Dat is de reactie als Danny van zijn moeder hoort dat de beeldende therapie gaat stoppen omdat de zorgverzekeraar niet meer sessies vergoed. Hij heeft genoten van de “quality-time” die we samen hadden gedurende de sessies. “Hoor je dat vaker, dat ze je zo’n klik met je hebben?” vraagt zijn moeder. Ik sta er er even bij stil en een beetje verbaast moet ik antwoorden die “klik” komt er eigenlijk altijd wel. Wat is het dat ik doe om die “klik” te krijgen? Ik heb beeldopnames mogen maken van deze laatste sessie (voor educatieve doeleinden) en kijk naar mezelf en Danny met deze vraag in mijn achterhoofd. Eigenlijk zie ik het al in de eerste paar minuten: Er is écht contact, dat ligt niet zozeer in de woorden, meer nog in het non verbale. Samen verwonderen we ons naar wat hij in de afgelopen tijd gemaakt heeft aan werkstukken. Ik beweeg mee in wat hij zelf vertelt over het ontstaan van zijn werkstukken. Terwijl we ze bekijken komt de verwondering over wat hij heeft laten ontstaan weer helemaal terug en zie je het plezier en de ontspanning in zijn gezicht. Danny werd aangemeld door zijn ouders omdat hij de laatste tijd steeds stiller werd en thuis ook frustratie en boosheid liet zien. Hij kijkt erg tegen zijn broer van 11 op. Zijn broer heeft de diagnose ppd nos en is niet in staat Danny in zijn eigen waarde te zien. Als Danny met een tekening of werkje thuis kwam kreeg hij meteen de afwijzing van zijn broer. “Noem je dat nou een boom.” Zoals vaak in gezinnen met kinderen die speciale aandacht nodig hebben, gaat de aandacht naar “het kind dat speciale aandacht vraagt”. Danny probeerde zijn broer te evenaren, legde de lat voor zichzelf hoog en dat is erg frustrerend voor een jongen van zes die van zichzelf als een elf jarige moet presteren. In de therapie kon Danny weer zichzelf worden en beleven dat hij goed is zoals hij is en dat wat vanuit hem komt uniek is en welkom is in deze wereld. De eerste keer nadat hij bij therapie was geweest, was hij thuisgekomen en had een bordje “Niet Storen” gemaakt voor op zijn kamer. Hij ging zijn eigen ruimte creëren. Het was uit hem zelf gekomen om dat zo te doen. We hebben de eerste keer besproken hoe wij met elkaar om willen gaan. We hebben afgesproken dat Danny bepaalt wat hij wil delen, wat hij wil laten zien. Ik vraag zijn toestemming om iets met zijn ouders te bespreken. En heel belangrijk is de afspraak: “Er hoeft hier niets, wat jij niet wilt”. Dit had hij zelf naar zijn thuissituatie vertaald door het bordje niet storen te maken. In de weken die volgde, zag ik Danny veranderen tijdens de sessies. Van een ernstig serieus mannetje werd hij vrolijker, levendiger en ging hij grapjes maken. Ik hoorde van zijn moeder dat hij thuis ook weer meer knuffelig werd, zoals hij eerder was en hij ging duidelijker zijn grenzen aangeven naar zijn broer. Bij de laatste evaluatie hoorde ik dat de juf van school, die eerst zorgen had over Danny en hem psychologisch wilde laten testen, ook heel tevreden was over hoe het nu ging. Hij is meer uit zichzelf gaan vertellen en laat zichzelf meer zien in de klas. We hebben de therapie fijn afgerond, ik kreeg een zelfgemaakt armbandje met een fotootje van Danny en we zijn samen door zijn moeder op de foto gezet. Deze kreeg ik ook toegestuurd via de mail en zijn moeder schreef me dat Danny thuis was gekomen met het boek dat hij tijdens de therapie had gemaakt en dat hij de aandacht had gevraagd en gekregen, ook van zijn broer. Het is de “klik” die ontstaat door het meebewegen met het kind en het beleven van de “quality time”, waardoor het kind zichzelf opnieuw gaat definiëren. Ik heb altijd weer ongelofelijk veel aan de vaardigheid en methode van KinderFocusing waardoor ik geleerd heb die kwaliteiten neer te zetten en in te zetten in het het samenzijn met kinderen. Danny hoeft de therapie niet van zijn zakgeld te betalen. Hij kan op eigen kracht verder en neemt wat hij beleefd heeft met zich mee. Harriët Teeuw